Handtherapie

Handtherapie is gericht op het behandelen van onderarm-, pols en vingerklachten. Dit kunnen bijvoorbeeld breuken zijn van de hand of onderarm,  snijverwondingen aan vingers of hand met of zonder peesletsel, of bindweefselproblemen aan de hand zoals bijvoorbeeld een triggervinger of een dupuytren. De behandeling staat in het teken van het herstellen van de functie, kracht en stabiliteit. Dit kan met behulp van spalkjes/braces, maar vooral door gerichte oefentherapie waarbij de opbouw erg belangrijk is voor een goed herstel.

Triggervinger: Een triggervinger is een haperende vinger waarbij door een ontsteking in de buigpees van de vinger of in de peesschede, de pees blijft hangen in het kokertje waar de pees doorheen loopt. Dit blijven hangen, of het daarna weer losschieten noemen we triggeren. De behandeling bestaat uit een spalk of in een verder gevorderd stadium uit een operatie waar het kokertje waarin de pees blijft hangen wordt doorgesneden. Daarna zal de handtherapeut u verder begeleiden bij het herstel.

Dupuytren: De ziekte van Dupuytren (ook wel Morbus Dupuytren of koetsiersziekte genoemd) is een aandoening die leidt tot kromstand van de vingers. Bij deze ziekte ontstaan door vermeerdering van bindweefsel onder de huid strengen en knobbels. Deze strengen kunnen in de hele handpalm en in alle vingers voorkomen, maar meestal in de 4e en 5e vinger. De strengen kunnen  samentrekken waardoor vingers krom gaan staan en niet meer goed zijn te strekken. De behandeling is in een verder gevorderd stadium vrijwel altijd operatief waarna dan door handtherapie de beweeglijkheid en kracht van de vingers kan worden verbeterd.

Carpale tunnelsyndroom: Het carpaal tunnel syndroom (CTS) ontstaat door beknelling van een belangrijke zenuw in de pols, de nervus medianus of middenhandszenuw. De zenuw loopt door een tunnel die aan de bovenzijde wordt afgesloten door de dwarse polsband. Wanneer het bindweefsel in de tunnel gaat zwellen, raakt de zenuw bekneld. De oorzaak van de zwelling van het bindweefsel is in de meeste gevallen onbekend. De klachten komen nogal eens voor tijdens de zwangerschap of aan het begin van de overgang. Bij CTS kunnen de klachten nogal wisselen of verschillend worden ervaren. Zo kunt u last hebben van een prikkelend en pijnlijk gevoel in de handpalm en vingers, een gezwollen, dik gevoel in de hand, uitstralende pijn naar de onderarm, elleboog en schouders en vermindering van de kracht van de hand.

Het dragen van een polsbrace (spalk) gedurende de nacht heeft vaak een gunstig effect op de symptomen. Een injectie met corticosteroïden kan een vroege CTS genezen. Als de klachten niet reageren op bovenstaande behandelingen of langer dan drie maanden bestaan, moet u geopereerd worden. Als dit niet gebeurt, kan de zenuw namelijk blijvende schade oplopen. De ervaring heeft geleerd dat operatieve behandeling van CTS in meer dan 90% van de gevallen succesvol is. Na een operatie is de handtherapie belangrijk om verklevingen van de zenuw en de pezen te voorkomen.